Home

Hier velde ’t Duitse zwaard
13 april AD 1945
twaalf Nederlanders

In april 1945 hielden verzetsgroepen uit Heerde en omstreken zich twee nachten verborgen in de woning met schuur bij de Klementbrug in Heerde. Hun opdracht was het onbeschadigd overdragen van de brug aan de Canadezen, die elk moment konden komen.

Na lang tevergeefs wachten – de Canadezen volgden uiteindelijk een zuidelijker route – werden de verzetslieden in de vroege vrijdagochtend ontdekt door Duitse militairen en onder vuur genomen.

De muur, waarin de kogel-inslagen nog zichtbaar zijn, is gespaard gebleven en vormt thans een wezenlijk onderdeel van het monument. Voor deze muur is een eikenhouten zwaard geplaatst, op de plek waar smalle klinkerpaadjes elkaar treffen als de spaken van een wiel: hier werden op 13 april 1945 mensen van allerlei richtingen en opvattingen gedood. De kruisvorm van het zwaard wijst op het kruis van Jezus Christus, waarin onze troost gelegen moet zijn.
Iedere 13 april om 07.00 uur wordt hier een sobere herdenking gehouden door mensen die zich bij het monument betrokken voelen. 

 Hier Velde ’t Duitse Zwaard

Ik weet een weiland langs een stil kanaal
waar ochtendmist rondhangt
er is het dom-banaal
gescharrel van wat schapen
niets verteld
van wat gebeurde op dit tamme veld.
Alleen de schuur- geblakerd en  verbrand-
als duizenden in het ver­woeste Nederland
staat daar als teken.
Volk, het is voorbij, maar twaalf stierven en daarbij was hij.

Dit werd geschreven in juni 1945. En bijna twee jaar lang scheen dat genoeg. Er was alleen nog een muur met gaten van de kogels erin -deel van een puinhoop-. Niet meer voldoende
om te melden en voor het nageslacht vast te houden, dat de Duitsers hier twaalf mensen vermoordden. Zeven verzetsmannen en vijf burgers uit de buurt. Er moest meer komen.
Samen met de buurt bouwden wij ons herdenkingsteken.
13 april 1947 in de vroegte, twee jaar na de stervensmorgen, werd het ingewijd, samen met de mensen uit de buurt, die zo zeer geleden hadden. Met alle oude vrienden van vroeger. Met wat bloemen en een eenvoudige toespraak.

Nu staat daar, voor ons en ons nageslacht, ons gedenkteken. Geen deftige commissies hebben erover vergaderd, geen hoge hoeden zijn er voor uit de kast gehaald. Onze handen bouwden het en onze ogen zien het met liefde en voldoening.